Drie maanden na de deadline heeft nog altijd een derde van de Belgische vennootschappen de statuten niet aangepast aan de nieuwe vennootschapswetgeving. Dat lezen we in De Tijd. Dat levert geen boete op, maar het kan de goede werking van een vennootschap verstoren.
Van de 572.383 vennootschappen die ons land bij de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving telde, was volgens de Belgische notarissen eind februari 68,4 procent in orde met de aanpassing van de statuten aan het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV).
Het WVV is sinds 1 mei 2019 van kracht en was meteen van toepassing op vennootschappen die na die datum werden opgericht. Bestaande vennootschappen kregen tot 31 december 2023 om hun statuten aan de nieuwe wetgeving aan te passen. Die aanpassing gebeurde schoor¬voetend. Ongeveer een jaar geleden had nog maar 37,6 procent van de vennootschappen de statuten aangepast. In november 2023 moest nog altijd zowat de helft van de vennootschappen administratief orde op zaken stellen.
Het vervelendste aspect voor een vennootschap die haar statuten nog niet heeft aangepast is dat men niet aan het eigen vermogen kan om het aan de aandeelhouders uit te keren. Onder het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen vervangt de besloten vennootschap (bv) de bvba. De bv heeft in tegenstelling tot de bvba geen maatschappelijk kapitaal meer. De oprichter moet erop toezien dat er een ‘toereikend aanvangsvermogen’ is.
Daardoor werden het kapitaal en de wettelijke reserve bij de bv’s en coöperatieve vennootschappen (cv’s) die voor 1 mei 2019 bestonden automatisch omgezet in een onbeschikbare eigen vermogensrekening. Die middelen kunnen nog altijd worden ingezet voor de werking van de onderneming, maar ze kunnen niet worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Zonder statutenwijziging zijn de bestuurders in principe ook persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor schade die een laattijdige aanpassing aan de vennootschap kan toebrengen. Maar in de meeste gevallen zal dat niet meteen tot schade leiden. Dat zou eventueel wel kunnen als de statutenwijziging een voorwaarde is voor een erkenning, het verkrijgen van een subsidie of het intekenen op een overheids¬opdracht.
