Wie staat in voor de keuring van een elektriciteitsinstallatie van een huurwoning?
De verhuurder stelt bij de verhuur van een woning aan de huurder een goed ter beschikking. Op de huurder rust de
verplichting om het gehuurde goed te onderhouden als een goede huisvader. De vraag stelt zich dan wie er moet instaan voor het onderhoud van de elektriciteitsinstallatie?
De verhuurder moet bij het sluiten van een huurovereenkomst een goed leveren dat voldoet aan de elementaire vereisten van veiligheid, bewoonbaarheid en gezondheid. De verhuurder kan een woning slechts verhuren indien de elektriciteitsinstallatie van de woning bij aanvang van de huur in overeenstemming is met het Algemeen Reglement op de elektrische installaties voor de huishoudelijke installaties. Wanneer dat niet het geval is, kan de verhuurder aangemaand worden om de noodzakelijke werken uit te voeren.
Het kan evenwel zijn dat de elektrische installatie in de loop van de huurperiode een onderhoud nodig heeft. In eerste instantie moet de verhuurder erop letten dat het onderhoud wordt uitgevoerd zodat het gehuurde goed voldoet aan de elementaire vereisten van veiligheid, bewoonbaarheid en gezondheid.
Het nieuwe Vlaamse Woninghuurdecreet stelt duidelijk dat de huurder enkel dient in te staan voor kleine herstellingen. Dit omvat o.m. het vervangen van een defecte lamp, het vervangen van batterijen van rookmelders in de gemeenschappelijke delen, het herstellen van defecte sloten, het herstellen en vervangen van dienstkranen, stopcontacten en (licht)schakelaars. Enkel indien dergelijke herstelling nodig is , kan deze voor rekening van de huurder zijn. Deze bepalingen gelden enkel in een woninghuurovereenkomst: in een handelshuurovereenkomst zijn partijen vrij om te bepalen welke partij voorwelke kosten aansprakelijk is.